Linda Terpstra (1955) is een bezield directeur. Sinds 2005 vormt ze samen met Anke van Dijke de Raad van Bestuur van Fier Fryslân. Fier is een expertise- en behandelcentrum op het terrein van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Ook is Linda initiatiefnemer van het Centrum Kinderhandel en Mensenhandel. Linda volgde de lerarenopleiding in Utrecht en studeerde daarna Sociale Pedagogiek aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Linda woont in Utrecht.
Visie
Ik vind het in het leiderschap heel belangrijk dat je een aantal thema’s kiest, die dichtbij liggen. Dichtbij jezelf en vandaaruit vertalen naar een ander abstractieniveau, bijvoorbeeld in een visie of een strategie. Een leider moet díe dingen kiezen, waar werkelijk overtuiging in zit. Waar je ook echt in gelooft. Voor mij zijn dat onderwerpen als ‘samenhang brengen’. Vanuit een brede holistische visie naar de wereld kijken en dat naar een concept vertalen. Een toepasbaar en duidelijk concept. Daar ligt je consistentie en betrouwbaarheid. En dat kost geen moeite, anders is dat voelbaar.
‘Een leider moet díe dingen kiezen, waar werkelijk overtuiging in zit.’
Als leider creëer je bovenal een duidelijke stip aan de horizon, waar draagvlak voor is of komt. Waar medewerkers van zeggen ‘Ja, dat is iets waar ik ook voor wil gaan’. Pas dan kan de som meer dan het geheel der delen worden. In mijn gedroomde wereld wil ik de ander aanraken op z’n intrinsieke motivatie. ‘Ik doe dit omdat ik dit wil’, ‘Ik doe dit omdat ik dit belangrijk vind’. En niet omdat het moet. Een medewerker (een mens) zelf de keus laten maken; dat is voor mij een goede plek om mezelf te kunnen ontwikkelen. Bij die organisatie, met die missie, visie en strategie, daar wil ik werken. Dat is voor mij ook samenhang. Dan krijg je dat orkest wat zo prachtig speelt. Als je leider bent van een organisatie, kun je je niet alleen tot jezelf richten. Je hebt ook de opdracht om de maatschappelijke context daaraan te verbinden en dan is het de kunst om het intelligent te vereenvoudigen, zodat het niet onnodig ingewikkeld wordt. Dat is de opdracht!
Ambitie
Aan de ene kant heb ik een heel hoog ambitieniveau. En dit zit vooral op doorontwikkelen, beter worden, volgende stappen zetten, stilstand is achteruitgang. Ja, we hebben een aantal nieuwe inzichten vertaald in onze zorgprogramma’s. En dat moet nog beter. Immers, we krijgen veel te veel maatschappelijke signalen over wat nog niet goed gaat. We zijn nog lang niet klaar! Ik hoop dat ik zo’n lang leven mag hebben dat ik een aantal ‘punten op de i’ mag zetten. Dat is een hele lange termijn ambitie. Wanneer ben ik klaar? Als kinderen hier weggaan, of terug naar huis gaan na, zeg 10 jaar, een baan hebben, een leuk vriendje hebben, een gezin hebben, alleenstaand gelukkig zijn. Dat ze het leven leiden wat ze willen leiden. En dat ze bij ons in een soort ‘pressure cooker’ hebben kunnen krijgen wat ze hebben moeten ontberen. Natuurlijk is dat de romanticus in mij. In de wetenschap dat dat volstrekt niet realistisch is. Waar mensen indringend beschadigd zijn, is het soms niet heel te maken. Ik weet dat het zo is. En toch zal ik dat nooit accepteren als ‘gegeven’. Daar blijf ik tegen strijden, tegen beter weten in. Voor een bepaalde groep waar teveel is gebeurd, vraag ik me af wat wel haalbaar is. Iemand helpen, iemand toerusten, iemand aanraken, zodat hij weer verder kan in zijn leven. Mijn ambitie is de afhankelijkheid van langdurige zorg écht tegen gaan. Dat is eigenlijk mijn grootste ambitie.
Talent
Ik doe niets anders dan me te verwonderen, oprecht te verwonderen. En onderweg heb ik geleerd om vanuit verschillende perspectieven naar de werkelijkheid te kijken en dan te ontdekken dat elk perspectief zijn eigen waarheid heeft. Het perspectief van moederschap is werkelijk anders dan het perspectief van medewerker, of van partner.
‘Onderweg heb ik geleerd op vanuit verschillende perspectieven naar de werkelijkheid te kijken en dan te ontdekken dat elk perspectief zijn eigen waarheid heeft.’
Zo kwam ik ook bij Fier, wat toen de vrouwenopvang was. Ik zag allemaal vrouwen met kinderen die slachtoffer zijn van geweld. En ze hebben eigenlijk één etiket, dat is dat ze slachtoffer zijn van geweld. Maar hoe ben je slachtoffer geworden van geweld? Wat zegt dat over jou? Wat zegt dat over jouw levensloop? Of over die partner? En als je je daarin verdiept en vanuit die verschillende perspectieven gaat kijken, dan dienen zich allerlei verschillende profielen aan. En je ziet een groep vrouwen waarvan je ziet ‘Goh, dit is al je derde partner en ook die heb je aan het slaan gekregen’. Voor mij blijft staan dat ze allemaal hulp nodig hebben. En er is óók wel iets anders nodig. En dat is wat vaak achterwege bleef. Wat we deden was iedereen zien als slachtoffer van geweld. Nee, er zitten ook potentiële daders tussen. Ook vrouwen die hun eigen kinderen mishandelden. Dan doe ik niks anders dan analyseren en vanuit een gelaagd perspectief kijken. En als we nu echt willen dat geweld stopt, echt stopt, dan moeten we ook de intergenerationele overdracht stoppen. Dan moeten we ons ook gaan richten op die kinderen die mee komen. Dat zijn meisjes en jongens! Hoezo vrouwenopvang? Dan zit je in een tunnelvisie naar mijn idee. Open maken, het onzichtbare zichtbaar maken, want als je wilt dat het stopt, als we het verschil willen maken moeten we niet alleen naar de achterkant kijken, dan moeten we ook aan de voorkant gaan zitten. Dat is ook de reden waarom ik steeds onderzoek ben blijven doen. Ook nu in ons nieuwe boek ‘Mensenhandelaren’, krijgt de andere kant van de medaille een gezicht.
Wij, Anke van Dijke en ik vormen samen de Raad van Bestuur van Fier. We bundelen de krachten. Dan merk je dat de som meer is dan het geheel der delen. Ik het leiderschap, het debat, het open maken, het visionaire, het emotionele. Anke brengt het analytische, het rationele en het bedachtzame. Alles mag er zijn, dus ook een openlijk debat over waar ik het echt niet mee eens ben. En zo is het. Dat is ook de kracht, dat het is zoals het is.
Inspiratie
Inspiratie haal ik uit het alledaagse leven. Een bron van inspiratie was bijvoorbeeld een aanmelding door de politie van een Turks meisje van 16 jaar. Ze kon nergens geplaatst worden, werd ernstig bedreigd door haar familie. Enige alternatief was een gesloten plaatsing. Binnen de bestaande structuur hadden we voor haar toen nog geen adequate oplossing en geslotenheid wilden we niet. Dan heb je de vraag te stellen: is dit een topje van de ijsberg? Gaat het om iets substantieels of is het een eenmalig incident? Dat was voor ons de aanleiding om Zahir op te richten. Ik heb een goed gevoel voor ‘Is dit een maatschappelijk vraagstuk?’ of ‘Is het eenmalig iets?’. Het is voor mij helemaal niet vanzelfsprekend om je historisch opgebouwd aanbod als uitgangspunt te nemen. Het vraagstuk is leidend en niet de organisatie met haar structuren en processen. Dat geeft heel veel ruimte, ook intellectueel.
‘Inspiratie gebeurt en dat is wat mij betreft een kwestie van je open stellen en mee doen.’
Inspiratie is wat mij betreft een kwestie van je open stellen. Dat is wat ik bedoel met het alledaagse leven. Zo ging ik naar Israël, omdat ik graag wilde weten hoe er daar omgegaan werd met trauma’s; in een land waar zo veel trauma is. Ik ging wel voor een aantal vraagstukken, maar wel breed van aard en dan kom je zaken tegen. Goh, wat wonderlijk… Wat wordt hier intensief ingezet op onderwijs door alles en iedereen. En daarvoor hoef ik niet op werkbezoek te zijn. Dat gebeurt ook als ik met vakantie in Thailand ben. Dan ga ik ook op bezoek bij een project waar kinderen zijn die uit hun constitutie zijn gehaald. Hoe doen ze het daar? Dat is voor mij een fascinatie. Zo was ik in Zuid-Afrika met vakantie, beesten vind ik werkelijk geweldig. En dan ben ik daar toch en dan ga ik op bezoek bij een aantal vrouwenopvang instellingen. Gewoon om te kijken, hoe functioneert het hier? En daar gaat het dan bijvoorbeeld over skills. Immers, als ze na 6 maanden weggaan dan moeten ze iets kunnen, anders belanden ze weer op straat. Zo een andere ‘mindset’.
Ik lees veel. Ik moet ook veel lezen. Te weinig kom ik toe aan boeken als ‘Gloed’ van Sandor Marai of boeken van Coetzee. Het meegenomen worden in een wereld met al die onder water scherfjes, met lust, dromen en fantasie. Dat is ook zo ongelooflijk inspirerend.
Waarden
Duurzaam is een heel belangrijk thema. Duurzaamheid is voor mij ook doorleefd, zo binnen zo buiten. En omgekeerd. Duurzame zorgconcepten vanuit een samenhangende holistische visie. En duurzame zorg betekent voor onze doelgroep natuurlijk veiligheid en bescherming, stabiliteit en daar bovenop ga je behandelen en het sociale netwerk betrekken. Denk aan sport, gezond eten, onderwijs. Het verbinden van de verschillende pedagogische milieus waar ze in leven. Ook weer samenhang. Dat is ook wat je in een gezin doet. Dan pak je alles mee wat zich aandient. Dat is ingroeien in de wereld.
Duurzaamheid vertaal ik heel consistent door in de bedrijfsfilosofie. De interne logische consistentie is wezenlijk, opdat het door een ieder voorgeleefd kan worden. Dat is het allermoeilijkste. Als het over duurzame zorg gaat, gaat het ook over een duurzaam gebouw. Gaat het ook over het duurzaam omgaan met elkaar. Ik wil duurzaam in deze wereld staan. Hoe kan het ‘cradle tot cradle’ principe ons inspireren op alle aspecten van je bedrijfsvoering? Inkoopprocessen, het rijden van auto’s op aardgas… En dat gaat me nog lang niet ver genoeg. Voor het pand voor Centrum Kinderhandel en Mensenhandel had ik graag een tank gehad. Een tank om hetgeen we hier dagelijks produceren zelf om te zetten naar biogas. Dat is helaas bij de bouw niet gelukt. Over een jaar of 10 of 15 zal dit wel realiteit zijn, maar daar was ik te vroeg met mijn dromen en fantasieën. Ik hou heel erg van dat soort innovaties en ontwikkelingen. Ik gruwel er eigenlijk van om dingen te doen, die al 100 keer gedaan zijn te doen en waarvan we allemaal al weten wat daar de uitkomst van is.
De waarden van Fier, liggen eigenlijk heel dicht bij mijn persoonlijke waarden. Dat zijn: bezield & zakelijk, ‘er toe doen’ en vakmanschap. Goed willen zijn in wat je doet en dat willen uitdragen, blijven door ontwikkelen, overbrengen op een volgende generatie. Ik vind betrouwbaarheid en consistentie ook hele belangrijke waarden. De integrale visie: we zijn geen vrouwenopvang, we zijn geen GGZ, we zijn geen jeugdzorg. We bieden het wel. Ik wil me niet voor één gat laten vangen. Want op het moment dat je je in zo’n sector laat persen, kom je automatisch in een tunnelvisie terecht. En dat wil ik niet. Dit vraagt steeds om hier iets in te doen. Alle krachten zijn er op gericht… dit is wat je bent en zo moet je ook zijn. Nee, als je werkelijk de maatschappelijke vraagstukken als uitgangspunt neemt dan is ontkokering per definitie een consequentie. Dat levert ons heel veel op, dat vraagt ook een extreem grote inspanning. Alleen al omdat je in al die kokers moet aansluiten, communiceren, voldoen aan allerlei wet- en regelgeving en soms interfereert dat met elkaar. Ik had gehoopt dat decentralisatie daar ruimte in zou bieden.
Energie
Ik ben directeur, initiatiefnemer, auteur en gelukkig hoeft dat niet in 40 uur gerealiseerd te worden. Ik weet dat ik veel ben. Ik krijg energie van de dingen die ik doe. Als ik dit niet zou doen, dan zou ik als mens niet voldaan en gelukkig te zijn. En om mijn energiepeil op orde te houden, hoef ik niet te sporten. Tot nu toe doet mijn lijf het goed. En ik ben niet iemand die veel slaapt. Ik probeer wel één keer in de week te zwemmen. Dat doe ik graag en bij voorkeur in de zee. Dat is voor mij ook vrijheid. De zee neemt alles van mij af en dat vind ik opladen.
Uitdaging
Als ik al dat bewegen als vanzelf zou doen. Heerlijk als dat niet zo’n ‘moetje’ zou zijn. Daar heb ik echt wel wat in te leren. Het werkelijk nemen van de tijd daarvoor. En misschien komt dit moment pas als ik gepensioneerd ben. En ergens vind ik, dat ik ook nu onderhoud aan mezelf zou moeten plegen. Ook als 70-jarige wil ik vitaal zijn en ik weet dat dat inspanning vraagt.
Als ik het heb over evenwicht, dan gaat het bij mij ook over geduld. Op een bepaalde manier ben ik heel geduldig. Als ik een lange termijn visie heb, kan ik er heel systematisch naar toe werken. Ik zou daarnaast meer geduld willen hebben in het hier-en-nu. Als anderen me nog niet snappen, me nog niet kunnen volgen, me nog niet begrijpen… Dan mag ik meer ruimte laten en tijd bieden voor hun eigen proces..
Geluk
Gelukkig zijn, dat zijn voor mij de hele kleine dingen. Een glaasje wijn met mijn dochters, Kerst met mijn familie, dit kunnen doen wat ik doe en de steun die ik van mijn dochters krijg. Er zijn geen twee mensen die mij zo goed begrijpen als mijn dochters. Kinderen vind ik het summum van geluk. Ik droom van de dag dat ik oma wordt. Baby’s vind ik zo mooi. Dat is voor mij geluk.
Toen mijn kinderen kleiner waren heb ik natuurlijk niet zo veel gewerkt als dat ik nu doe. Laten we daar duidelijk over zijn. En die tijd vond ik ook weer zo inspirerend. Gewoon door te kijken naar en te leven met kinderen. En door te leven op je knieën krijg je weer zo’n ander perspectief op de wereld. Dus wat het ook is, aan alles valt zo ontzettend veel te beleven.
Opvoeding
Ik heb denk ik het geluk gehad dat ik het kind ben van twee heel verschillende ouders op de Antillen. Daar leefden we als kinderen vooral buiten. Volwassenen waren een soort ‘facilitators’ voor me. We leefden in de tuin en hadden een grote mate van vrijheid. Ik was een kind met heel veel energie. Ik dank God op mijn blote knieën, dat ik daar buiten kon leven en niet vier hoog achter hier in Nederland.
Ik kan me nog herinneren dat ik op de basisschool moest leren breien. En ik snapte werkelijk niet waar dat goed voor was. Op een goede dag moest ik nablijven, omdat ik nooit aan het breien was. Ik had daar ook een soort van besluit over genomen; ‘dat ik dat niet ging doen’. Het was daar immers bloedheet. De leerkracht probeerde me tevergeefs uit te leggen hoe belangrijk breien was. Zeker als je terugging naar het koude Nederland. En dan zei ik ‘Dan vraag ik het toch aan een meneer als u om mijn trui te breien’. Dat werd als opstandig gezien, wat ik volstrekt niet begreep. Uiteindelijk had ik een bondgenoot, ons dienstmeisje. Zij breide voor mij. Kortom, in sommige hokjes pas ik niet zo goed. En als het over rechtvaardigheid gaat, zwicht ik niet.